Het verhaal van Johannes
Molenaarsknecht Johannes is op weg naar de molen met een nieuwe lading. De zomp is net afgemeerd in het haventje, en ligt vol met zakken koolzaad, lijnzaad en gerst. Dat is maar goed ook, want heel Oost-Nederland en Groningen moeten het doen moet de zakken meel en vaten olie uit de pelmolen van Rijssen!
De Pelmolen in Rijssen
De Pelmolen in Rijssen werd in 1752 gebouwd aan de Regge, in opdracht van Jan ter Horst. Net als Korenmolen de Hegeman in Holten was de Pelmolen ooit een poldermolen in het Westen van het land. Deze molen kwam uit de Beemster.
Bij de Pelmolen ligt een zomphaventje. Er werd hier af en aan gevaren met de zaden die verwerkt moesten worden. De verwerkte zaden namen ze weer mee. Door de strategische plek van de molen, aan de Regge midden in Overijssel, was het een van de belangrijkste productiemolens voor Oost-Nederland en Groningen. Werk genoeg dus!
Wat doet een Pelmolen?
De naam ‘Pelmolen’ komt van de speciale pelzolder op de 3e verdieping van de molen. Hier kon gerst worden gepeld. Gerstkorrels hebben namelijk een velletje dat niet zo lekker is. Bij het pellen wordt de geribbelde zijkant van de molensteen gebruikt, in plaats van de onderkant, zoals bij het malen van meel. De velletjes worden stap voor stap van de korrels geraspt, gezeefd en weggewaaid, tot er gladde korrels overblijven. Voor het pellen was wel een windkracht van meer dan 6 bft nodig, om de stenen bijna 2 keer zo snel te laten ronddraaien als normaal.
Zo hard waait het niet altijd, dus werd de molen ook vaak gebruikt om olie te ‘slaan’ uit lijnzaad en koolzaad. Hiervoor worden wel de malende molenstenen gebruikt. Het zaad wordt eerst door de stenen geplet. Daarna word het gebroken zaad in een zak tussen twee planken geplet, door gebruik te maken van de kracht van de molen. Ga maar eens binnen kijken! De molenaars vertellen je graag over wat ze doen en hoe hun molen precies werkt.
Verval en wederopbouw
Tot 1913 heeft de molen dienst gedaan. Vanaf toen namen fabrieken de olieproductie over. De molen stond jaren stil, en raakte in verval nadat de laatste bewoner, Hendrik ter Horst, in 1950 overleed. Hein ter Horst, familie van Hendrik, richtte in 1973 ‘Stichting Pelmolen Ter Horst’ op. De molen werd helemaal in ere hersteld en gerestaureerd. In 1975 gingen de deuren weer open voor publiek. Sindsdien laten de enthousiaste molenaars en vrijwilligers de molen draaien, als de wind goed staat tenminste!