Het verhaal van Jacob
Op een koude ochtend staat deze eenzame perronopzichter, Jacob, te seinen. Er is net een vracht ingeladen om naar Deventer te worden gebracht. Na een snelle bak koffie met de machinist mag de trein weer door.
Geschiedenis van de spoorbaan
Op 1 september 1888 werd de spoorlijn tussen Deventer en Almelo feestelijk geopend en in gebruik genomen door de Hollandse Spoorwegmaatschappij (HSM). Naast Holten kregen Dijkerhoek en Rijssen ook een eigen station.
Bij elke halte werd een stationsgebouw neergezet van het standaardtype KNLS (Koninklijke Nederlandsche Locaalspoorweg-Maatschappij). Vaak kon je bij de stationsgebouwen een kaartje kopen, even opfrissen en iets lekkers eten bij de restauratie (eetcafé). In Holten is het stationsgebouw nog steeds te herkennen als een ‘KNLS-klasse 2’. In Rijssen stond een gebouw met dezelfde vorm, maar dan groter (‘klasse 1’). Dijkerhoek had het kleinste stationsgebouw (‘klasse 3’).
Een kwestie van komen en gaan
Sinds de start van de spoorlijn zijn best wat dingen veranderd. Al snel werd het enkelspoor tussen de haltes omgebouwd naar een dubbelspoor, om meer treinen door te kunnen laten. Tussen steden langs de spoorlijn was al veel vrachtverkeer, maar door de verbetering van het spoor werd dat alleen maar meer. Het waren vooral streekproducten die voorbij kwamen, zoals voorbewerkt hout, kolen en meel vervoerd vanuit Holten. Vanuit Rijssen kwamen jute en leemgebakken stenen voorbij.Ook passagiers waren al lang blij dat ze de trein konden nemen naar Holten en Deventer. Ze hoefden in ieder geval niet meer te lopen!
Toch ging het sinds de jaren 30 minder goed met het spoorverkeer. De verbetering van wegen en de concurrentie van het opkomende vrachtverkeer en busvervoer (onder andere OAD in Holten) zorgde ervoor dat er steeds minder treinen hoefden te rijden. In Dijkerhoek was de halte eigenlijk niet meer nodig, dus werd het station gesloopt. In 1938 werden de spoorwegen samen de ‘Nederlandse Spoorwegen’, oftewel de NS. Dieseltreinen werden ongeveer 15 jaar daarna vervangen door elektrische treinen.
Als je nu kijkt naar de drukte op het spoor, vooral tijdens de spitsuren, dan is het wel weer goed gekomen met de treinen in de regio. Regelmatig komen er nog vrachttreinen langs. Nu rijden ze alleen meer af en aan tussen Duitsland en de haven van Rotterdam, voor internationaal transport. En… omdat de trein nog altijd een van de meest ‘groene’ keuzes is, kiezen mensen zelf ook steeds vaker voor de trein als ze wat verder moeten reizen.
Reizende reus op het stationsplein
Mensen en goederen zijn niet de enige die reizen in Holten. Het gaat om de grote zwerfkei die een paar meter voor het station tussen 2 bomen ligt. De kei is in de ijstijd in ons land terechtgekomen, waar die tijdens het werk in de loopgraven ontdekt werd door soldaten. De steen, die trouwens wel 8000 duizend kilo weegt, werd met vereende krachten versleept, en dat zonder hijskraan! Hij moest naar het pension van Marinus Wansink, genaamd ‘De Dikke Steen’. Er werd voor heel Holten een feestelijke dag van gemaakt.
Later is de steen (wel met een hijskraan) verplaatst naar de Dorpsstraat in het centrum. Na heel wat omzwervingen ligt de dikke steen sinds 2019 bij het station en daar blijft hij voorlopig nog wel even liggen!